SWPBS

School Wide Positive Behavior Support (SWPBS) is een schoolbrede aanpak om een positief en veilig schoolklimaat te bevorderen. Het doel is om systematisch probleemgedrag te voorkomen en een leerklimaat te realiseren waarvan alle kinderen optimaal kunnen profiteren. SWPBS sluit aan bij wat er op school al wordt ingezet. Leerkrachten, directie, ouders, kinderen en ketenpartners maken gezamenlijk afspraken zodat er voor iedereen een voorspelbaar klimaat ontstaat. Deze universele schoolbrede preventieve benadering richt zich zowel op de cultuur als op gedragsondersteuning van de kinderen. Het is een gelaagd onderwijssysteem gebaseerd op het onderwijspiramidemodel.

SWPBS heeft dit model geadopteerd vanuit de volksgezondheidsmodellen. Het bestaat uit drie interventieniveaus:

  • Het universele interventieniveau gericht op alle kinderen in de klas en de school (groene interventies);
  • Het secundaire interventieniveau gericht op kinderen die verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van gedragsproblemen (gele interventies);
  • Het tertiaire interventieniveau gericht op kinderen met zeer verhoogd risico op gedragsproblemen (rode interventies).

Effecten op een rij:

  • Leerlingen vertonen in toenemende mate gewenst gedrag;
  • De effectieve leertijd van leerlingen neemt toe;
  • Een positieve invloed van de perceptie van de leerkracht op het gedrag van leerlingen;
  • Er wordt tijdig doorverwezen (voorkomen van ernstig probleemgedrag door inzet van gewenste begeleiding);
  • Leerkrachten en schoolmedewerkers krijgen handvatten, waarmee gewenst gedrag wordt aangeleerd en probleemgedrag wordt omgebogen;
  • Het model stimuleert en bevordert de samenwerking tussen de leerkrachten;
  • Het ondersteunt het ontwikkelen van een positieve band met ouders, waardoor het partnerschap tussen school en ouders verbetert.

De interventies zijn gebaseerd op de sociale-interactietheorie waarin gedragsmatige en organisatorische principes worden gebruikt. De nadruk ligt op het veranderen van het gedrag van het onderwijspersoneel om met behulp van interventies en procedures positieve verandering in leerlinggedrag te stimuleren.

De zogenaamde groene interventies worden aan alle kinderen aangeboden en aangeleerd en blijken aan 80-90% van de kinderen voldoende steun te geven om zich gedragsmatig probleemloos te ontwikkelen. 5-10% van de kinderen hebben meer oefenmomenten nodig (zgn. gele interventies) om de gedragsverwachtingen te integreren in het dagelijks handelen. Voor 1-5% van de kinderen zijn intensieve keteninterventies nodig (zgn. rode interventies), die extra ingezet worden bovenop de preventieve maatregelen op de groene en gele niveaus. De gele en rode interventies bouwen voort op de universele schoolbrede componenten en vullen deze aan. Door op de gehele school uitgevoerde interventies ‘PBS-proof’ te maken ontstaat er een gestapeld systeem van interventies die met elkaar in relatie zijn. De interventies in de groene schoolbrede basis zijn gebaseerd op traditioneel ingezette principes voor de begeleiding en behandeling van gedragsproblemen bij individuele kinderen.

SWPBS is een schoolbrede aanpak, geen kant-en-klaar pakket of een methode. Vijf pijlers zijn daarin belangrijk:

  • Schoolbreed werken vanuit gedeelde waarden;
  • Preventie: zoveel mogelijk problemen voorkomen;
  • Positieve insteek: helder zijn in wat je wilt zien en horen, dit actief aanleren en positief bekrachtigen;
  • Besluitvorming over gedrag op basis van data gegevens;
  • Samenwerken met ouders en ketenpartners.

SWPBS leert leerkrachten dat ze allerlei gedragsproblemen in hun klas en in de school als geheel kunnen voorkomen door hun leerlingen gewenst gedrag expliciet aan te leren en de leerlingen allerlei oefenmomenten aan te bieden. Het benaderen van gedrag als een apart vak is daarbij de basis. Gedrag wordt hiermee op dezelfde manier benaderd als een vak als rekenen of spelling.

Onderzoek naar de invoering van SWPBS op scholen geeft aan, dat de ervaringen met deze aanpak positief zijn en een gunstig effect lijken te hebben op het gedrag en de leerresultaten van de kinderen.

Voor de implementatie van het schoolbrede programma wordt een PBS-team samengesteld met daarin de directie, interne begeleider, leerkrachten uit verschillende bouwen, tussen- en naschoolse opvang, congiërge, ouder(s) en eventueel andere partners van de school. Dit enthousiaste team is verantwoordelijk voor de implementatie en borging van de SWPBS aanpak. Alle betrokkenen, inclusief de leerlingen zelf, hebben een rol in deze aanpak.

Twee keer per schooljaar wordt een studiedag gegeven gedurende een periode van drie jaren. De informatie uit deze studiedagen wordt uitgewerkt door het PBS-team, gecoached door PBSing of een PBS-medewerker.

SWPBS kan geïmplementeerd worden in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en het speciaal onderwijs.

PBSing heeft eveneens veel ervaring in het integreren met de jeugdhulpverlening en binnen de sport.

SWPBS is in Amerika ontstaan in de jaren ’80 op de universiteit van Oregon. PBSing heeft in de loop der jaren Nederlandse elementen toegevoegd aan de aanpak, waarbij de principes overeind zijn gebleven, maar voor de Nederlandse cultuur beter toepasbaar zijn.

Voor deze schoolbrede aanpak zijn verschillende benamingen. SWPBS: (Schoolwide Positive Behavior Support), PBS (Positive Behavior Support), Best Behavior, PBIS (Positive Behavioral Interventions and Support) en PALS (Noorwegen en IJsland). PBSing gebaseerd op ‘Positive Behavior Support met Inge’ heeft de voorkeur voor SWPBS, aangezien hierbij het schoolbrede aspect wordt benadrukt. In spreektaal wordt echter PBS gebruikt, waarmee dezelfde schoolbrede aanpak bedoeld wordt.

Het inzetten van een gele interventie binnen SWPBS betekent voortbouwen op wat al staat binnen de school. Op onderstaande link is te zien hoe de implementatie van Check in Check out kan plaatsvinden.
Bekijk voorlichtingsfilm CICO